Ze had pas in de gaten dat er iemand anders bij haar in de lift stond toen die tussen twee verdiepingen bleef steken. Ze keek op en zag een kerel zich naar het bedieningspaneel buigen en op een knopje drukken. En nog eens en nog eens. Ze haalde haar oordopjes uit haar oren. “Is ‘ie kapot?” “Hij stopte ineens en nou doet ‘ie niks meer…” Hij drukte op nog wat andere knoppen. “Niks doet het nog. Ik denk dat we vastzitten….” En dat op zaterdagavond…
Ze had zich er net verheugd op weer eens een avondje dansen met de meiden in een club. Ze had net opgehangen en zij zouden nu wel op weg zijn naar de kroeg waar ze elkaar zouden ontmoeten. Ze had zich echt overdadig opgemaakt en een veel te strak topje en kort rokje aangetrokken die nu nog aan het oog werden onttrokken door de lange jas die ze eroverheen droeg. Vlak voor ze de deur uitging had ze nog snel een halfleeg heupflesje wodka in haar tasje gestoken. Die mocht natuurlijk niet mee de club in maar die zou dan al lang leeg zijn. Daarna was ze al bellend met haar vriendinnen naar de lift gelopen. En die kon ze nu niet meer bereiken? Nee hoor, nog steeds geen bereik. Natuurlijk niet, niet in de lift….
Ze stopte de muziek die nog door haar oordopjes heen bleef blèren en zei: “En deze knop dan, de alarmknop, die moet het toch doen?” Ze drukte hem in tot ze een zoemtoon hoort en wachtte tot ze een krakerige stem hoorde zeggen: “Goedenavond, – kraak – waarmee kan ik u van dienst zijn?”
“Hallo, wij staan in de lift en die doet het niet meer. We zitten vast. Kunt u ons helpen?”
– “Krrrk, in welk land bevind u zich?”
“Eh, Nederland natuurlijk, we staan hier in een flat in Amsterdam-Zuidoost, kunt u dat niet zien op een paneel ofzo?”
Met opgetrokken wenkbrauwen keek ze haar liftgenoot aan. Knappe vent, trouwens. Hij grijnsde ongemakkelijk maar niet onaantrekkelijk. Een luide in-gesprekstoon klonk uit de speaker in het paneel voor haar. “Huh, hebben ze nou opgehangen?” In de stilte keek ze hem een secondelang verbouwereerd aan. “Daar lijkt het wel op… Nog eens proberen?” zei hij.
“Nou, dan mag jij het proberen, misschien heb ik iets verkeerds gezegd.”
Hij ging voor het paneel staan, drukte op de knop en zei op zeer beleefde toon tegen de stem dat hij klem zit in de meest linker lift van de Ganzenhoef in Amsterdam Zuidoost. En of ze een monteur zouden kunnen sturen om hen te bevrijden? “Kraak… blurt… binnen enkele uren…” En weer de in-gesprekstoon.
“Dat ziet er niet best uit” zegt hij met een geknepen stem. – “Shit, zou ik eindelijk weer eens uitgaan, gebeurt er dit. Is er niks anders wat we kunnen doen?”
Ze begint tegen de deur te duwen maar die geeft niet mee, zelfs niet als ze zich even schrap zet. “We zitten ook nog eens tussen twee verdiepingen in, hè.” Ze kijkt naar boven en ziet een rechthoekige vorm in het plafond. “Kijk daar! Een luik.”
– “Eh, ja, inderdaad.” Nu pas ziet ze dat hij bleek weggetrokken tegen de muur staat. “Gaat het wel goed?” vraagt ze bezorgd. “Ach, ik kan al niet goed tegen liften en nu zit ik er weer in vast. Als kind heb ik er eens uren in vastgezeten, sindsdien heb ik ze jarenlang vermeden. Maar in zo’n flat moet je af en toe wel. Ik stap echt nooit meer in zo’n lift, godverdomme.”
“Tja, ik vind het ook niet prettig. Ik zou naar een te gekke club gaan en de hele nacht swingen en lol maken. Maar we kunnen eens proberen of we door dat luikje passen?” Ze springt en slaat er met haar hand tegenaan. Ze springt nog eens en slaat nog wat harder maar het luik geeft niet mee.
“Als jij nou eens op mijn schouders gaat zitten?” stelt hij voor, terwijl hij weer rechtop gaat staan. Hij is niet veel groter dan zij maar wel een stuk steviger. Ze kijkt naar het luik, ze kijkt naar het bedieningspaneel en ze kijkt naar zijn schouders. Ze kijkt nog eens naar het luik, stemt toe en begint haar jas open te knopen. Ze ziet zijn ogen groter worden als haar cluboutfit zichtbaar wordt.
“Ja, ik zou toch gaan dansen. In een club is dit heel normaal. En waarom denk je dat ik zo’n lange jas aanheb?
– “Dat was me al opgevallen, ja… en die enorme hakken ook. Kun je daarop dansen dan? “Beter dan je denkt, misschien. Ik ben het ook gewend, hè…”
Maar voor ze op zijn nek klimt schopt ze ook haar schoenen uit. “Zal ik even bukken?” en hij zakt al door zijn knieën. – “Ja, dank je”
Een beetje onwennig stapt ze over zijn achterhoofd heen en net zo onwennig komt hij met zijn hoofd tussen haar benen omhoog. Dan pakt hij met zijn handen haar onderbenen beet en met een hupje tilt hij haar de lucht in. Even wankelen ze onder het luikje maar als ze hun evenwicht gevonden hebben kan ze goed met haar handen bij het luik. Ze duwt er hard tegenaan en tot hun grote opluchting zit er beweging in. Met wat moeite klapt ze het luik helemaal open. Aarzelend staart ze door het donkere gat. “Tja, ik zie eigenlijk niks zo, het is daar stikdonker.”
-“Wacht, probeer mijn telefoon eens…” Hij wiebelt een tijdje en steekt dan een mobieltje met een fel lampje in haar hand. “Goed idee” Ze steekt het telefoontje door het gat en probeert er de omgeving mee te verlichten. “Nou, ik zie nog niet veel maar wel dat het hier erg vies is. We kunnen hier misschien wel doorheen kruipen maar dan zitten we bovenop de lift. Ik denk niet dat we daar veel aan hebben.”
“Maak eens wat foto’s.”
-“Hoe moet dat met deze?”
“Geef maar weer even…” Na weer wat gewiebel steekt hij het apparaatje weer in haar uitgestoken hand. “Met die rode knop druk je af…” licht hij nog wat toe. Ze steekt het toestel door de opening en neemt een paar foto’s terwijl ze haar hand ronddraait. Haar rokje is inmiddels helemaal omhoog gekropen en ineens realiseert ze zich dat ze zijn hoofdharen door haar kanten stringetje heen voelt kriebelen. Gauw steekt ze hem zijn telefoontje weer toe. “Hier, pak aan” zegt ze. Hij pakt het aan en bukt zich dan om haar op de grond te laten zakken. Snel probeert ze haar rokje weer goed te trekken maar ze is niet snel genoeg. Hij reageert er echter niet op maar richt zijn blik op zijn telefoon.Hij veegt met zijn vingers over het schermpje en zegt dan: “Kijk, daar zit een deur…. maar die zit dicht. Ik weet ook niet of we daarbij kunnen vanaf de bovenkant van deze lift.” Ze buigt zich naar hem toe om mee te kijken op zijn schermpje. “Ik denk niet dat we er iets aan zouden hebben om hier doorheen te proberen te klimmen. ”Wat denk jij?” Als hij zo van dichtbij in haar ogen kijkt raakt ze even van haar stuk, maar ze herstelt zich snel.
“Volgens mij is het vies en gevaarlijk in die liftschacht en schieten we er niks mee op. Misschien zitten er zelfs wel ratten. Zullen we wachten tot de monteur komt? Of kunnen we nog iemand anders bellen? Er is toch ook een conciërge in deze flat?”
– “Conciërge? Nee hoor, waarom denk je dat?”
“Nou, beneden in de hal zit een deur van de technische ruimte en daar zie ik vaak zo’n mannetje staan.
-“Bedoel je dat mannetje met die blauwe overjas?”
“Ja die, dat is toch de conciërge?”
-“Nou, misschien wel, ja. Maar ik heb daar geen nummer van….” Hij bladert toch even door zijn telefoon heen en zij pakt de hare en doet hetzelfde.
“Nee, ik ook niet. Shit zeg. Ken je hier nog andere mensen in deze flat?”
Zo ontstond een gesprek dat langzaam steeds geanimeerder werd. Ze bleken daar allebei niet veel mensen te kennen en al helemaal van niemand een telefoonnummer te hebben. Wat overigens toch niet gewerkt zou hebben want ook hij had geen bereik in de lift. Zelfs niet toen hij zijn telefoon bij het luik in het plafond hield. “Heb je nog zin om even op mijn nek te kruipen en te kijken of je bereik hebt als je jouw telefoon door dat gat steekt?”
-“Vind je het zo lekker dan, mijn kruis in jouw nek?”
“Eh, nou, eh, ik dacht eigenlijk dat je dan misschien iemand anders kon bereiken.”
– “En dan? Dan kunnen ze ons nog niet helpen, toch?”
“Nee, dat is waar. Maar je zou je vriendinnen kunnen appen dat je vast zit in de lift.”
– “Oh ja, goed idee.” Ze pakt haar telefoontje weer en stelt een berichtje op. “Okee, dit kan ik proberen de wereld in te sturen. Mag ik weer even op je nek zitten dan?”
Hij bukt zich weer voor haar en zij klemt zijn hoofd weer tussen haar benen. Ze steekt haar telefoon door het gat, wacht even en drukt dan op ‘send’.
“Nee hoor, lukt niet. Wacht, dan maak ik er even een sms-je van, misschien werkt dat. Terwijl ze zich met haar dijen stevig aan hem vastklemt beweegt ze met haar handen over haar schermpje heen en weer. Dan steekt ze haar telefoon weer door het gat en drukt weer op ‘send’. “Nee hoor, weer niks. Ik denk dat de hele liftschacht geen bereik heeft. Jammer.” Hij bukt zich weer en zet haar neer.
“Dan zit er niks anders op dan maar af te wachten.” Hij gaat met een zucht op de grond zitten. Na even getwijfeld te hebben gaat ze tegenover hem zitten.
Omdat er niets anders te doen is spreken ze verder over wie ze kenden en wat ze zoal deden. Ze zat eerst nog wat stijfjes met haar benen tegen elkaar aan geklemd maar naarmate de sfeer steeds gemoedelijker wordt raakt zij ook meer en meer ontspannen. Ze pakte de wodka uit haar tasje en bied hem ook een slok aan. Hij twijfelt maar liet zich na kort aandringen toch overhalen. Samen langzaam nippend spreken ze verder over hun kansen hier op tijd uit te komen. Wanneer ze merkt dat zijn ogen af en toe afdwalen naar haar ultrakorte rokje vind ze dat niet eens erg. Na een tijdje maakt ze er zelfs een soort spelletje van om ongemerkt haar rokje steeds wat verder omhoog te laten schuiven en haar benen steeds net iets wijder uiteen te laten liggen……..
ben benieuwd naar het vervolg
Wat een lap tekst met niks….
Trom geroffel. Nu wordt het spannend…toch ?
Kom maar op met het vervolg, ik kan niet wachten.
IK wil weten hoe het af loopt.
Love it! Waar vind ik t vervolg?