Het past eigenlijk niet bij me. Ik ben niet zo. Maar toch gebeurt het. Toegegeven, ik heb het nodig.
Onder tafel raken onze benen elkaar, toevallig. Hij trekt zijn been niet terug. Ik ook niet. Door de dunne stof van zijn katoenen zomerbroek voel ik zijn warme huid tegen mijn onderbeen. Het gesprek aan tafel gaat gewoon door. We hebben net het toetje op, een lekkere tiramisu. Marco luistert naar mijn man, die het over problemen op zijn werk heeft. Eveline en ik praten over tatoeages. Een kleine tattoo, dat lijkt ons allebei leuk. Geen vlinder, die heeft iedereen al. Iets anders, iets origineels. En niet te opvallend, subtiel. We wijzen elkaar de plekken op ons lichaam aan die we geschikt vinden. Als ik mijn gezicht even wegdraai van Eveline om mijn glas te pakken, zie ik dat Marco naar mij kijkt – zijn lippen vormen een glimlach. Zijn been rust nog steeds tegen het mijne. Mijn been tegen het zijne.
Snel richt ik me weer op Eveline. Op de schouder, binnenkant pols, boven de bil, de enkel – bij elke plek weten we wel voor- en nadelen te verzinnen. We hebben lol en schaterlachen als we fantaseren over een tattoo op onze onderrug, vlak boven de billen. Dan bemoeit mijn man zich met het gesprek: “Je gaat tot niet zo’n aarsgewei laten zetten he?” Hij heeft weer eens een glaasje te veel op. En voor de zoveelste keer blijkt hoe slecht hij me eigenlijk kent. Mijn smaak, mijn ideeën, mijn gevoelens – het heeft hem nooit echt geïnteresseerd. Marco lijkt op te merken hoe ik baal van de opmerking. “Een aarsgewei? Dat past niet echt bij onze meisjes, Toine”, zegt hij lachend. “Bij Eveline zou een bescheiden tattoo mooi staan op haar onderarm. Dat lieveheersbeestje van het logo van je webshop bijvoorbeeld, Eveline! Dat zou ik echt cool vinden. Bij Maaike denk ik aan een nóg minder opvallend plekje. Toch, Maaike?” Hij wacht mijn antwoord niet af. Mijn blozen merkt hij niet op. Of hij heeft ervoor gekozen er niets van te zeggen. “Een tattoo is toch ook vooral een sieraad voor jezelf”, gaat Marco verder. “Een sieraad met een betekenis, een herinnering aan een dierbaar mens of een verwijzing naar iets dat belangrijk voor je is. En zo’n tattoo kan net zo goed op een plekje staan dat niemand ziet.” Marco verwoordt precies hoe ik erover denk. Onder tafel voel ik zijn been langzaam langs mijn kuit wrijven. Dat is een fijn gevoel. Ik laat hem dat merken door wat tegendruk uit te oefenen. Door de openstaande balkondeuren waait een zuchtje wind naar binnen. Het is een warme dag geweest. De verkoeling van de avond doet me goed. Mijn slippers liggen ergens onder tafel. Die heb ik al lang uitgeschopt. Onder tafel gaat het voetje, of liever beentje, vrijen steeds een stapje verder. Het stadium van toevallige aanraking zijn we beslist voorbij. Hoe ik het durf, weet ik niet. Misschien komt het door de wijntjes. Langzaam laat ik mij tenen in Marco’s broekspijp kruipen. Met mijn grote teen krul ik door de beharing. Marco zakt nog iets verder onderuit, als om mijn voet verder toegang te geven. En als blijk van waardering voor mijn initiatief stuurt hij me een stiekeme knipoog.
“Zullen wij afruimen, Maaike?”, vraagt Marco, die nu mijn linkerbeen stevig tussen zijn benen ingeklemd heeft en met beide benen op en neer beweegt. “Goed idee, Marco”, breng ik zo nonchalant mogelijk uit. “We zijn ook aan de beurt trouwens. Vorige keer hebben Eveline en Toine de boel opgeruimd.” Als ik even later de bordjes van het toetje op het aanrecht zet, voel ik plotseling de warme adem van Marco op de huid van mijn hals. Die zag ik niet aankomen. “Kom je een keertje kijken in mijn nieuwe kantoor?”, vraagt hij vlakbij mijn oor. Met zijn warme, lage stem spreekt hij de vraag bijna fluisterend uit. In elk geval zo zacht dat Eveline en Toine het niet kunnen horen. Ik draai mijn hoofd om en kijk in zijn ogen. Ik knik als vanzelf. Onmiddellijk verschijnt er een brede lach op zijn gezicht. En dan: een vluchtige zoen. Die voelt als het briesje dat zonet langs mijn benen streek. Net zo licht, net zo teder. Maar dan langs mijn lippen. Zonder verder iets te zeggen, laden we de vaatwasser vol. De keuken is klein. Het is dan ook niet raar dat we elkaar in de weg staan en zijn armen, benen en billen af en toe in contact komen met die van mij. Vervelend vind ik dat niet. Ik kan niet ontkennen dat een lichte opwinding zich van me meester heeft gemaakt. Wanneer we tegelijkertijd iets in de vaatwasser willen zetten, komen onze hoofden bijna tegen elkaar. Als ik daarom moet lachen, trekt Marco me naar zich toe. Hij vouwt zijn armen om me heen, drukt me tegen zich aan. Daarmee overvalt hij me opnieuw. Terwijl hij even met zijn duim in mijn nek kriebelt, drukt hij snel een zoen op mijn hoofd. Ik hoor hoe hij daarna, zijn neus nog steeds in mijn haar, diep inademt. Met gesloten ogen, stel ik me voor. Om mij helemaal in zich op te nemen. Dat mag hij van me.
De dagen erna verlopen als alle andere dagen. Ik stort me op mijn ontwerpwerk. Maar als ik ’s avonds moe op de bank hang, denk ik terug aan het etentje. Er is iets veranderd. Tot nu toe zag ik Marco als een gewone vriend, de vrouw van Eveline, een goede vriendin. Daar is nu een dimensie bijgekomen: Marco als minnaar. De spanning van het gewriemel onder tafel, de stem van Marco in mijn oor, zijn lippen die de mijne raakten – ik liet het maar al te graag toe, genoot ervan. Van de aandacht én van het lichamelijk contact. Het mag niet. Ik ben een getrouwde vrouw. Maar geen gelukkig getrouwde vrouw. De laatste keer dat Toine me aanraakte, kan ik me niet eens herinneren. Ik mis aanrakingen, handen die me af en toe vasthouden, die me laten merken dat ze me liefhebben. Niet die van Toine, die hebben me eerlijk gezegd nooit zo veel gedaan. Vanaf het begin heb ik erop gehoopt dat ons seksleven beter zou worden. Ik vertrouwde erop dat we samen zouden leren elkaar echt lief te hebben. Dat het goed zou komen, en dat na genoeg oefenen écht zouden kunnen vrijen, dat hij me klaar zou laten komen. De enige die in al die jaren klaarkwam als we vreeën, was Toine. Mijn, misschien te subtiele, aanwijzingen hoe hij mijn opwinding zou kunnen stimuleren, heeft hij nooit opgepikt. Is het raar dat ik het heb opgegeven met hem? De laatste jaren komt geen van beiden nog klaar. Dat wil zeggen: niet met elkaar. Een seksleven hebben we niet. Nadat ik Toine enkele malen heb afgewezen, probeert hij het niet meer. En dat vind ik prima. Wat Toine tegenwoordig doet om zich te ontladen, weet ik niet. Ik hoef dat ook niet weten. Zelf heb ik seks met mijn vingers. Geen echte seks dus. Maar lekker is het wel.
Marco is zzp’er. Hij adviseert bedrijven. Waarover weet ik niet precies. Zijn bedrijfje loopt goed. Een paar weken geleden heeft hij zijn zolderkamer verruild voor een kantoor in een bedrijvenverzamelgebouw. Ik ben onderweg naar dat kantoor. “Wanneer kom je langs”, heeft hij me gisteren geappt. En: “Beloofd is beloofd”. Achter het berichtje stond een knipoog. Tot mijn eigen verbazing typte ik direct een antwoord. Blijkbaar had ik dit duwtje nog even nodig. “Morgen, 16.00 uur”. Vrijwel direct verschijnen er twee blauwe vinkjes bij mijn bericht. En onmiddellijk daarna weer een bericht van Marco: “Ik verheug me erop”, gevolgd door twee smileys. De eerste is het gezichtje met de brede grijns, de tweede het gezichtje met het kusmondje waaruit een hartje ontsnapt.
herkenbaar ik wacht met smart op deel 2
wat gaat er gebeuren bij het bezoek aan de zzp-er?? Zou deze zelfstandige zonder personeel de vingers van Maaike kunnen vervangen door iets anders?
dit is een leuk begin van een erg ondeugend verhaal. Wie weet wat er nog komt in het vervolg???
Ach, helemaal duidelijk en het vervolg laat zich dan ook gemakkelijk raden
Wanneer komt deel 2… Ik wacht met spanning af…
duurt veel te lang deel 2 maar dat is niet nieuw op deze site…..