Omhelzende hand rond een glas
zacht strelend het vocht
als dauw in gras
een goddelijke greep,
dan zoekende mond
naar passend proeven,
langzaam
eerst de lippen rond
gulziger telkens,
en steviger de lippen
tot de laatste teug een diepe zucht
hem doet ontglippen.
Ik kijk toe en zie, dat glas
en kreunend genot laat me wensen,
jaloers,
dat ik dat was
dat glas
Amazone