Zijn bezwete rode kop en de opgezwollen adertjes bij zijn slapen geven hem, zijn naam weet ze niet, de aanblik van een wild beest. Ze trekt haar knieën op, pakt hem bij zijn schouders en trekt hem naar zich toe. Hij schudt haar armen van zijn schouders, als waren ze zacht als was. Ze laat het haar gebeuren. Opnieuw komt het monster in actie, op en neer, op en neer. Zonder te stoppen pompt de onbekende door, hij opent de ogen, bloeddoorlopen en met de kleur van brandende kool. Dan barst de vulkaan uit in een stroom van gloeiend lava.
Schreeuwend wordt Isabella wakker.
Pieter ligt naast haar te slapen. Zijn ene arm losjes over zijn lichaam gevouwen, de ander ondersteunt zijn grijs wordende slapen. Op zijn gezicht en handen verfvlekken van de vorige dag, toen Pieter de vensterbanken van het Spaanse vakantiehuis in de verf had gezet. Zachtjes ronkt zijn adem. Alles aan Pieter is zacht, zijn lange dunne vingers, zijn zachte rondingen en zijn licht kalende hoofd. Ook zijn woorden zijn altijd zacht, Isabella wist dat hij haar nooit zou kwetsen. Niet zoals ze hem wel gekwetst had en zeker niet zoals ze hem binnenkort zou kwetsen.
Twee weken geleden had ze het geweten. Ergens voelde het bevrijdend, ze zou het echt doen. Nadat ze hem uitgescholden had voor zwakkeling, zijn directeur had opnieuw een verzoek om salarisverhoging afgewezen, had hij haar bij de heup gepakt, zijn hoofd op haar schouder gelegd en zachtjes tegen haar gefluisterd: “We hebben elkaar, toch? Dat is toch genoeg?”
Nee, het was niet genoeg. Het was niet genoeg voor Isabella. Ze wilde niet de serene rust van een gelukkig huwelijk, dacht ze grimmig, niet blijven voortkabbelen als een beekje tussen de weilanden. Het vuur in de relatie was nooit gedoofd, het was er gewoon nooit geweest. En de eerste tijd had ze er ook niet naar verlangd. Ze hadden elkaar, later kwamen de kinderen, de verantwoordelijkheden, alles waarbij stabiliteit belangrijker is dan vurige lust. Het ging haar dan ook niet om het geld in die laatste jaren van Pieters werkzame leven, maar om de zwakte die Pieter tegenover zijn directeur uitstraalde.
Het huwelijk met Pieter was en is gelukkig en Isabella houdt veel van Pieter. Er kwamen ook drie prachtige dochters. En ze houdt veel van hen. Het was begonnen toen alle kinderen het huis uit waren en Isabelle het plan opvatte om in het zonnige Spanje van het pensioen te gaan genieten. Ze was een paar jaar ouder dan haar man Pieter, hij was het jongere broertje van haar beste vriendin, en uiteindelijk hadden ze een huisje gevonden in een dorp niet al te ver van de grote badplaats Marbella. Iedere zomer stroomde het weer vol met toeristen, maar in het voor- en najaar zouden ze hier slechts samen met de plaatselijke bevolking van de hoge temperaturen en de zon kunnen genieten. En in de zomer, bedacht Isabelle vorig jaar toen ze Pieter met zijn loshangende huid richting hun zwembadje zag sloffen, was er ongetwijfeld vers vlees dat de vleselijke behoeften kon bevredigen die ze bij Pieter tekort kwam. Met Pieter had ze het hier natuurlijk nooit over gehad, maar onbekende vrijgezellen hadden Isabelle sinds die tijd regelmatig in haar dromen bezocht. Het was steeds bij dromen gebleven, maar sinds twee weken geleden was dat echt voorbij.
Het hele stadje ruikt naar vers gelegd asfalt en op veel plekken zijn de wegen afgesloten voor onderhoud. Ambtenaren met oranje reflectiejassen snoeien de perken, cementtrucks rijden af en aan naar de verschillende bouwplaatsen. Gemeente en projectontwikkelaars proberen zichtbaar de jaarlijkse zomerdrukte te vermijden en ook Pieter en Isabella blijven graag uit de buurt van de grote drommen toeristen die Marbella binnen enkele weken overspoelen. Omdat Pieter nog niet met pensioen is, logeren Pieter en Isabella vooral in het voorjaar en het najaar in Spanje, twee keer een paar weken. “Ik blijf wat langer om de tuin te onderhouden en de kozijnen te verven,” deelt Isabella Pieter mee zodra ze die ochtend opstaan voor het ontbijt. “Ik neem wel een last-minute-vlucht terug.” Pieter bromt instemmend, terwijl hij zich concentreert op de kruiswoordpuzzel die hij half zittend in bed aan het maken is.
Met het eenvoudigste deel van Isabella’s plan achter de rug, zoekt ze naar de juiste kandidaat om haar droom mee te vervullen. Nadat Isabella terugkomt van de plaatselijke supermarkt, waar ze alles vond wat op haar boodschappenlijstje stond, behalve dat ene, deelt ze Pieter mee dat ze gaat wandelen, terwijl Pieter met een bezweet hoofd de laatste tassen en spullen in een al volle auto probeert op te ruimen. Op de camping zijn vaak veel Nederlandse jongeren, weet Isabella, ook al voordat het hoogseizoen begint, dus zonder verder na te denken neemt ze een route die haar dwars hierover leidt.
De lange blonde haren, zomersproeten en wipneus geven de jonge vrouw een onschuldig uiterlijk. Ze sjort aan de tent, maar deze geeft niet mee en de tentharing aan de andere kant schiet pardoes los. “Lamlendig ding!” De Nederlandse scheldwoorden zijn buiten herkenbaar ook behoorlijk koddig, dit is duidelijk een nette vrouw. Ze doet Isabella denken aan haar jongste dochter Venus, die kort voor haar derde universiteitsjaar eindelijk naar Amsterdam verhuisd is. De iets dikkige man die naast de tent op een stoel zit, past totaal niet bij de vrouw. Hij ziet eruit als een surfer, met een petje, iets te lange haren en een sik, een te wijd rood T-shirt en een eveneens wijde korte broek. Twee verschillende slippers maken het geheel af. Isabella schat de man tegen de dertig, te oud voor deze puberachtige kleren. Het halveliter blik bier lijkt net geopend. ‘Surfer’ is duidelijk niet naar Marbella gekomen om tenten op te zetten en als ze zijn ogen verlekkerd ziet afglijden naar de billen van de vrouw, weet Isabella genoeg.
Met trillende handen schrijft Isabella op een briefje op haar knie drie dingen: een adres, een dag en een tijd. Terwijl de vrouw al zuchtend en binnensmonds scheldend worstelt met de eigenwijze tent geeft Isabella het briefje aan de man, die haar verbaasd aankijkt en zijn mond opent om iets te zeggen, maar Isabella loopt snel weg en hij zwijgt. Als Isabella een meter of vijftig gelopen heeft, kijkt ze om en ziet dat de man nog steeds naar haar kijkt. Opvallend legt Isabella haar hand op haar dikke bil en trekt haar hand langzaam en sensueel op, alsof ze een korte zomerrok iets optrekt. Met haar tong beroert ze haar lippen als ze de man recht in de ogen aankijkt en terwijl ze wegloopt, voelt Isabella zijn ogen in haar rug prikken.
Een vage mist in de ochtend en langzaam aandrijvende onweerswolken voorspellen een broeierige dag. Veel zin heeft Pieter niet om de volgende ochtend te vertrekken, maar nadat Isabella hem overtuigt dat ze zonder hem echt niet in drie sloten tegelijk zal lopen en de autoreis tijdens de nog koele ochtenduren veel plezieriger is, rijdt de praktische en saaie Volvo kort voor negen uur alsnog weg. De wind heeft haar ondeugende koppie nog niet om de hoek gestoken, bewegingsloos anticiperen de blaadjes en de te lange graspluimen op het onvermijdelijke. Alleen in het warme huis omklemt de stilte Isabella.
Het duurt bijna tien minuten voor het ruime ligbad op de bovenverdieping gevuld is. Het water is heet en direct voelt Isabella haar huid ruw worden. Ze legt haar hoofd op een opgerolde handdoek op de rand van het bad en sluit haar ogen. Voor haar ogen verschijnt een gezicht, een man. Gemillimeterd haar, een brede kaak met een vage stoppelbaard en schouders waar de dikke spieren en bloedvaten zichtbaar aan de oppervlakte liggen. Steeds dichterbij komt het het gezicht, tot Isabella zich in zijn ogen voelt verdrinken. Ze voelt even aan haar lippen en het is net alsof de man haar teder op de lippen kust. De warme waterdampen en haar innerlijke gedachten bedwelmen haar. De hand die net nog op haar lippen lag, bereikt nu haar linkerborst en met een beweging tegen de klok in begint ze deze te masseren. Ze voelt haar tepels hard worden, uitdagend steken de roodbruine knopen van haar middelgrote hangborsten naar voren. In de spiegel ziet Isabella zichzelf steeds vager weerkaatsen als de waterdampen de spiegel beslaan.
De door het warme water extra gevoelige schaamlippen springen direct op overdrive als Isabella ze met de vingertoppen van haar rechterhand heel licht betast. Een vingerkootje glipt zo nu en dan een centimeter naar binnen, de binnenste schaamlippen voelen de weerstand van de door het warme water ruwige vingers, lichte aanrakingen van de clitoris voelt Isabella in haar buik, alsof haar hele lichaam een klein sprongetje maakt, alsof lichte stroomstootjes door haar ruggengraat trekken. Met een vibrerende beweging, in tegenstelling tot een tragere en langere rollende beweging, beroert Isabella haar gevoelige clitoris, kleine golfjes overspoelen haar drijvende borsten. Isabella begint haar eigen hand te berijden zodra haar lichaam en haar hoofd steeds opgewondener worden, de kleine golfjes veranderen in lange hoge golven, soms klettert een deel over de badrand. De broeierige warmte benevelt Isabella en vergroot tegelijkertijd haar opwinding. Terwijl zweetdruppels voorzichtig over de door het water onbedekte schouders kruipen, schuift Isabella drie van haar vingers naar binnen, krachtig en met de regelmaat van de klokt duwt ze ze steeds dieper, tot de spieren van haar pink niet verder kunnen uitrekken. Hijgend en haast hyperventilerend voelt ze haar vaginale vocht vermengen met het badwater. Het duurt verrassend lang voordat Isabella haar adem hervonden heeft.