Ecuador ligt op de Kreeftskeerkring. Daar staat de zon op zijn hoogst. We hebben een klein hutje op een eilandje, vlak voor de kust. Er staat een tweepersoonsbed met een klamboe en er is een badkamertje met een toilet. Meer niet. Als je door de deur naar buiten loopt sta je op een veranda, van waar een trapje afdaalt naar het strand en de prachtig blauwe zee. Soms zien we voor de kust dolfijnen spelen. Rondom de hut staan honderden palmbomen. Af en toe valt er door de wind een kokosnoot uit de boom op het dak van een hutje. Het klinkt steeds alsof er een kanon wordt afgevuurd. Elke keer schrikken we ons dood, maar verder is de sfeer vredig. Op de veranda hebben we een kleurige hangmat opgehangen waarin we bij zonsondergang Cuba Libres drinken. Als we bij onze hut in Ecuador zijn wanen we ons echt in het paradijs.
Vandaag zijn we naar een dorpje in de buurt geweest om twee grote vissen en een zak fruit te kopen. Teruggekomen bij onze hut, haal jij de ingewanden uit de vissen en maak je een vuur om ze boven te grillen. Ik maak het fruit schoon en snijd alles in stukjes. Ik strooi er verse kokosschilfers overheen, terwijl Alpha Blondie ons vanuit de radio in de hut toezingt. Bijna wordt de muziek overstemd door de rollende golven en het tsjilpen van krekels. Wij zeggen niets, omdat niets belangrijk genoeg is om deze heerlijke rust voor te onderbreken.
Ik heb een fles witte wijn met een touw aan een paaltje vastgemaakt in de vloedlijn zodat hij lekker koud blijft. Als de vissen gaar en bruin zijn, haal ik de fles uit het water en schenk ik twee kommetjes vol. In het zand, bij het vuur eten we alles met onze vingers op en laten we de wijn een lichte roes veroorzaken. Af en toe ontmoeten onze ogen elkaar en zonder iets te zeggen weten we precies wat de ander voelt. We zijn met ons tweeën en de wereld is van ons.
Met mijn hand stop ik het laatste stukje vis in je mond. Een voor een lik je mijn vingers af. Ik voel de warmte tussen mijn benen. Dat heb ik hier bijna de hele dag door: de kleinste aanraking veroorzaakt al brand in mijn buik en benen. Ik kruip wat dichter tegen je aan en lik het zout van je borst. Zachtjes bijt ik in je tepel. Je broek beweegt bij het kruis. Een gevoel van opwinding mengt zich met het heerlijke gevoel van verliefdheid in mijn buik.
Het is nog steeds warm en we besluiten te gaan zwemmen. Het is aardedonker om ons heen, maar we zijn niet bang. We zijn tenslotte samen. Zonder kleding om ons lijf lopen we hand in hand naar de vloedlijn en porren we met onze tenen in het natte zand. Je laat me los en rent de zee in waar je een duik neemt. Ik ben nog niet klaar voor het koele water, maar voor ik het weet ren je weer terug, pak je me op en ren je opnieuw het water in. Krijsend hang ik over je schouder maar je laat me niet los. Als je tot aan je borst in het water staat, laat je me vallen duw je me dopje onder. Van schrik krijg ik een slok zout water binnen. Als ik weer bovenkom, wil ik alleen nog maar wraak.
Uit volle kracht trek ik aan al je ledematen, maar je bent niet omver te krijgen. Je bent tenger, maar heel sterk. Als een kat druk ik me tegen je aan en op een moment dat je het niet verwacht grijp ik in je kruis. Je ogen sperren wijder open en je wordt meteen hard. Met mijn andere hand houd ik je billen vast zodat je je niet terug kunt trekken. Ik voel de keiharde spieren van je billen en dat maakt me ontzettend opgewonden. Op zoek naar warmte duw ik mijn hele lichaam tegen je aan: mijn bekken drukt zich tegen het jouwe. Je bukt een beetje en tilt me onder mijn billen omhoog. Ik sla mijn benen om je middel. Dan houd je me met een hand nog vast, terwijl je jezelf met de andere hand bij me naar binnen duwt. Ik schrik van het onverwachte gevoel en slaak een kreet terwijl al mijn zintuigen zich concentreren op mijn onderbuik. Net op dat moment verlies je je evenwicht. Je valt om en we verdwijnen samen onder water. Je probeert jezelf in mij te houden maar dat lukt niet. We proesten het uit als we tegelijk weer boven water komen.
Nog steeds zeggen we niets tegen elkaar. Ik maak een hoofdbeweging naar het strand en zo snel als we kunnen, lopen we tegen de stroom in naar de kust. Plagend red ik weg, maar binnen een paar seconden haal je me in en gooi je me tegen de grond. Giechelend draai ik me op mijn rug en je stort je boven op me. Opnieuw kom je bij me binnen. Wild bewegen we ons tegen elkaar. Ik hap naar adem als je met volle kracht bij me naar binnen stoot. Onder mijn rug voel ik het scherpe randje van een schelp. Het doet pijn maar het deert me niet. Het enige wat ik wil voelen ben jij, en hoe onze lichamen tegen elkaar stoten. Je slaakt een kreet als ik van opwinding hard in je schouder bijt. Met mijn tanden pak ik stukjes vel in je nek. Alles smaakt zout en alles is lekker. Zo lekker dat ik bijna opstijg uit mezelf. Een spanning verspreidt zich in mijn buik, mijn rug en spieren. Als ik voel dat ik een orgasme krijg klem ik mijn benen nog steviger om je onderlichaam. Ik schok en beleef een orgasme dat me gek maakt. Op hetzelfde moment voel ik jouw vocht in me komen en we schreeuwen alsof we uit elkaar spatten.
Als het moment voorbij ebt, liggen we uitgeput op elkaar. Die schelp in mijn rug is plotseling erg voelbaar en ik draai ons om zodat ik op je kom te liggen. We passen precies op elkaar en lijken één lichaam te vormen. Eén lichaam dat bestaat uit louter liefde. Ik kus je gezicht en lik aan je zoute wangen en lippen. Langzaam maken we ons los van elkaar en lopen we naar het vuur dat nog zachtjes brandt. Ik ga tussen jouw benen zitten en leun met mijn rug tegen je aan. Wat ben ik toch intens gelukkig, denk ik, terwijl jij je armen om me heen slaat.
— “Een erotische ontdekkingstocht vol fantasie en verbeelding” —
