Verzwakt loop ik door Hong Kong. Het is raar om te stoppen met iets dat je zo intensief heeft bezig gehouden. Het was niet mijn eigen keuze, de drank bepaalde blijkbaar het einde. Onbewust kies ik mijn nieuwe koers. Eigenlijk ben ik doelloos, duidelijk iets verloren. Elke gedachte aan jou is een straf, ik kan er duidelijk niet mee omgaan. De nachtclub is walgelijk, de vrouwen zijn mooi maar niets boeit me. In ieder gezicht zie ik jou, elke oogopslag is de jouwe, elk woord komt uit jouw mond. Steeds dezelfde zin, helder, elke behoefte wegnemend om erover in discussie te gaan. Je hebt altijd indruk op me gemaakt met je vastberadenheid en ik weet dat ik er nu last van ga hebben. De lichten kleuren oranje, een gloed valt over de dansvloer. Herinneringen dienen zich aan: de stranden met ondergaande zon, het diner op Corfu, het paardrijden tegen de zon in, galopperend naar de nacht. Het doet me pijn, ik heb echt van je gehouden. Erger is de blik op de vergooide toekomst, alles wat nog komen zou, elke confrontatie die er nog zal zijn.
Nog een appelsap, alcohol zal me niet doen vergeten vandaag. Al mijn gedachten moet ik ervaren. De vrouw vraagt mijn aandacht. Ondanks dat ik niet van oosters houd, is ze mooi. Niet aantrekkelijk voor me, maar in ieder geval een goede afleiding. De dans is zwoel, de bruine ogen kijken me strak aan, missen geen enkele beweging. Subtiel word ik steeds aangeraakt. Het oranje dat rood wordt, steeds feller. Wellicht is dit een aanduiding voor het uur van de liefde. Grenzen vervagen, gevoel is er niet, steeds dichter danst ze naar me toe, steeds meer mee in mijn beweging en af en toe heel kort tegen me in. Deze dame weet absoluut hoe het moet, geraffineerd steelt ze weer mijn blik, met meer regelmaat raakt ze me aan zonder het te laten overkomen als een keuze. Als ik eindelijk naar voren kom om haar naam te vragen, zoent ze me even op mijn oorlel voordat ze zegt hoe ze heet. Normaal ben ik de teaser, de manipulator, maar nu word ik gepaaid, zelfs ingepakt. Even ben ik jouw gezicht voor me kwijt en zie ik de schoonheid van mijn danspartner. Eén moment zonder het schuldgevoel. De lichten gaan uit, enkel de vloer is verlicht met plaatselijk licht, verder is het zwart.
Ik voel lippen tegen de mijne, het nat van een tong, het zoete van vruchtensap komt mijn mond binnen. De duisternis wordt meteen benut, ze zoent me heel rustig, af en toe loslatend door de aanhoudende dansbeweging. De muziek wordt zwoeler, weliswaar met een nog altijd stevig ritme. Dichter en dichter, nu met pozen strak tegen me aan danst ze me naar een lichte opwinding. Als ik het voel komen heeft ze allang haar weg gevonden, haar hand strijkt door mijn kruis, het lijkt bijna een ongeplande beweging te zijn, maar het duurt net iets te lang om me daarvan te overtuigen. Als ze mijn reactie voelt, blijft ze strelen, af en toe afgewisseld door de druk van haar onderlichaam. Licht op neuken gebaseerde bewegingen vormen mijn gevoel.
Mijn zelfbeeld is zoek, ik raak meer en meer opgewonden van iemand die me niet aanstaat. Zelfs de neiging tot reactie komt in me op. Langzaam, maar meer en meer verkennen mijn handen haar lichaam. Haar rondingen zijn perfect, niet overdreven maar strak en zeer aanwezig. Door de dunne stof die ze draagt voel ik haar tepels priemen, alles op de tast en toch zo makkelijk te vinden. De duisternis is geweldig, de setting is ongelooflijk geil. Je weet eigenlijk dat er om je heen meer mensen staan die hetzelfde doen, maar iedereen is onzichtbaar. Ze zoent me weer, nu veel langer omdat ik waarschijnlijk veel intensiever antwoord. Ondanks mijn tegenstrijdige gevoel zoen ik met de vrouw. Eigenlijk mis ik jou, compenseer ik mijn rotgevoel. Zij zal het nooit weten.
Helblauw wisselt de duisternis af. De vloer blijft wit, daarboven is nu alles blauw, het licht perfect gescheiden. Het geeft een gevoel dat onbeschrijflijk is, alsof je in de lucht staat, neerkijkt op de aarde. Even denk ik dat ik een god ben, voel me weer wat sterker worden en kijk ik de blauwe menigte rond. Prachtige mensen, allerlei cachet, maar voornamelijk oosters. Gelukkig geen hoeren, die mogen hier niet binnen. Zakenmannen en vrouwen met een boodschap is mijn ervaring met het gemiddelde publiek hier, je hoeft niemand te spreken, je kunt het met iedereen. De muziek is altijd hemels, soms opzwepend, romantiek met een doel. De zaal is gevuld met een zoete geur, roken is verboden. De geur verspreidt zich steeds langzaam, is onherkenbaar maar toch heel gewoon, wordt aangemaakt en steeds opgesierd met details die passen bij het moment. Vanille, kaneel, citrus, ik heb al heel veel geroken wat ik denk te kennen.
Het licht op de vloer wordt sterker, het blauw zwakt af. Weer krijg ik hetzelfde beeld dat ik al de hele avond heb: jouw gezicht. In twijfel of het weer een visioen is sta ik even stil. Als het licht verder dimt vervaagt ook het beeld, ik verlies je voor de tweede keer vandaag, zo overtuigd was ik ervan dat ik je zag. Realisme is nu moeilijk, het licht heeft me niet toegestaan langer te kijken en ik ben serieus verward. Als ik mijn gedachten orden kan ik het me niet voorstellen. Je zou nooit hierheen gaan, naar onze tent, waar alle herinneringen nog in de lucht hangen. Bovendien zou je nu niet het risico willen lopen dat je me tegenkomt, alle kwetsende uitlatingen nog vers in je hoofd. Nee, het was het zoveelste bedrog, jij was het niet. Onmogelijk.
Alle argumenten die ik mezelf voor houd lijken te kloppen. Waarom geloof ik het dan niet? De hele avond heb ik al last van waanbeelden, nu geef ik er meer en meer aan toe. Ik lijk wel dronken, wat een rotgedachte. Zat roepen dat ik je zat ben, proberen me te verschuilen achter de slechtste reden die er is, drank. Zou ik het zelf wel pikken? Ik houd wel echt van je, dat zou het moeten rechtvaardigen. Ik ben gewoon een eikel, ik haat mezelf vandaag. Even flitst mijn pubertijd voorbij waarin ik ophield met drinken na jaren de kroegen onveilig te hebben gemaakt, drinkend en lallend met de boeren uit ons dorp. Op een dag besloot ik dat alcohol me veranderde in een gevaar. Onvoorspelbaar, oncontroleerbaar en zeer onbeschoft en onbegrensd. Nu was ik weer terug op mijn 16e levensjaar, net als toen heb ik iemand gekwetst waar ik echt om geef, waarschijnlijk je zelfs voorgoed afgestoten. Verdriet overvalt me bijna, weer heb ik een rotmoment. Als jij mijn hart kon lezen was er misschien een weg terug, maar je denkt zo anders over me, en je hebt volkomen gelijk.
Mijn aandacht voor de dans vervalt, wel bedank ik uit fatsoen. Daarna draai ik me om en loop ik weg. De plek waar ik denk je te hebben gezien is mijn doel. De verlichte ronde buitenring loop ik door tot ik denk dat ik ongeveer achter je sta. Mocht jij het zijn, kun jij me zien en kun je nog besluiten om ongezien weg te gaan. Zonder teken voor altijd verdwijnen vanuit de duistere dansvloer. Inmiddels heb ik een tafel gevonden. Eenzaam zit ik en drink weer appelsap. Elke keer als er iemand uit het zwarte gat komt gestapt hoop ik dat je het bent, elke keer is de tegenvaller groter. Omdat wachten toch al niets voor mij is, kwel ik mezelf tot het uiterste. Ik heb het verdiend vind ik. De avond verloopt langzaam, uiteindelijk een laatste plaat, opkomend licht, mensen die nog bewegen maar meer afstand nemen dan ze in de duisternis hadden. Zoekend wennen mijn ogen aan het licht, alles speur ik af tot de tegenvaller compleet is: je bent er niet. Nooit geweest of net vertrokken, ik zal het nooit weten realiseer ik me.
Als ik mijn laatste slok drink trilt mijn telefoon. Een sms van een nummer dat me niets zegt. ‘Als je me vindt, mag je me hebben’ leest het bericht. Ik ben verrast, zie echter niemand die me enig signaal geeft van interesse dus ik besluit niet terug te smssen. Het enige dat me bezig houd is de vraag hoe degene mijn nummer heeft gekregen als ik haar niet ken. Te leeg om er diep over na te denken sta ik op. Op dat moment trilt mijn gsm weer. Niet geïnteresseerd in een vrouw die zich aanbiedt? Erg ongewoon voor mijn doen.
‘Interconti kamer 1632, 1 uur anders gaat de deur niet meer open, tot zo.’
Verbouwereerd loop ik naar de uitgang, eigenlijk ben ik de weg kwijt. Ik krijg instructies van iemand die geen nee accepteert. Door mijn weemoed herken ik niets van de stijl ervan, mijn hoop om bij jou een herkansing te krijgen is weggedrukt. Omdat ik toch in hetzelfde hotel slaap, besluit ik bij de conciërge te vragen wie er slaapt op 1632. Als ik hem wat geld geef werkt hij vast mee. De boeking staat op Miss Sueño Media, ik ril even van de gedachte. Wie speelt er een spel met me, vraag ik me af. Jij bent weg, voor zover ik weet. Niemand weet hoe ik jou noem in mijn telefoon, laat staan de Spaanse vertaling daarvan. What the fuck?
Wordt vervolgd.
— “Een erotische ontdekkingstocht vol fantasie en verbeelding” —