Het raam heb ik een uur geleden al zo ver mogelijk open gezet. Een klapraam, dus erg veel helpt het niet tegen de warmte. Bovendien hoor ik nu het continue gezoem van het verkeer, 22 verdiepingen lager.
In het donker tast ik naar mijn telefoon. Half twee alweer. Gelukkig is mijn overleg morgen een uurtje naar achteren verplaatst.
Drie jaar geleden ben ik gaan werken op het hoofdkantoor van een grote reisorganisatie, en sinds kort ben ik verantwoordelijk voor de hotels in de Levant. Een uitdagende regio door alle politieke onrust. Toch is er nog steeds voldoende animo voor vakantiereizen naar Israel, Jordanië en de zuidelijke delen van Turkije. Daarnaast merk ik dat de onrust me helpt in mijn contractonderhandelingen met de hotels.
Twee dagen gelden ben ik aangekomen in Tel Aviv. Het is mijn eerste bezoek aan Israel. Ik ben zo ontzettend druk geweest de afgelopen dagen dat ik nog nauwelijks iets heb gezien van de stad. Wat me al wel is opgevallen, is de verscheidenheid aan mensen. Ik zie Russisch ogende mensen, maar ook Arabische, Amerikaanse, Europeaanse en Afrikaanse trekken. Mooie mensen, hip gekleed.
Het te warme dekbed plakt tegen mijn blote billen en mijn buik. Ik hoor het geruis buiten. Blauw licht van het kleine beeldscherm. Twee uur.
Ineens ben ik er klaar mee. Ik klik het nachtlampje aan en stap uit bed. Ik loop naar het grote raam en doe de gordijnen helemaal open. De kamer kijkt uit op de donkere zee en op Jaffa, de oude haven. Het ziet er prachtig uit. Ik word me bewust van mijn naaktheid en vraag me af of iemand me vanaf de boulevard zo zou kunnen zien op de 22ste verdieping. Vast niet, de ramen zijn vast een beetje geblindeerd. Ineens heb ik enorm veel zin om naar buiten te gaan, de frisse zeewind te voelen.
Uit mijn koffer pak ik mijn wijnrode zomerjurkje en trek het aan. Ik pak een elastiekje en maak een rommelige knot van mijn bos donkere krullen. Ik trek mijn fijne espadrilles aan. Ik grijpt mijn tas, controleer of ik de pas van mijn kamer bij me heb en werp nog een laatste blik op de spiegel. Ik heb geen make up op maar vind toch dat ik er best mooi en vrouwelijk uitzie. Ik ben blij met mijn lijf, gezond, slank en soepel dankzij mijn yogalesjes. Ineens besef ik dat ik geen broekje en bh aan heb gedaan. Ik twijfel even maar heb geen zin om me weer om te kleden en je ziet het toch niet in dit jurkje, denk ik. Het is ook zo warm hier.
“Shalom”, zegt de knappe nachtportier enthousiast. Ik vraag hem hoe ik naar Jaffa loop. Hij gebaart dat ik naar links moet over de boulevard. Hij knipoogt subtiel en hij houdt de deur voor me open. Hij blijft staan in de geopende deur en ik voel zijn donkere ogen op mijn billen rusten terwijl ik rustig naar de boulevard loop. Ik voel mijn ronde heupen van links naar rechts draaien. Met hakken heb je dat nu eenmaal meer dan met slippers. Of leg ik er onbewust extra nadruk op met de ogen van de portier op me gericht?
Het is rustig op de boulevard. Het is weekend dus ik zie hier en daar groepjes jongeren in het gras zitten en een paar stelletjes op de bankjes. Ik loop naar de zee en adem diep in. Ik voel de zeewind als een streling over mijn benen en armen gaan. Heerlijk. Ik wandel rustig verder langs de rotsen richting Jaffa. Het valt me op dat ik me volkomen veilig voel. Wat misschien best gek is in dit land. De sfeer is hier goed, mensen lachen en de stelletjes op de bankjes knikken me vriendelijk toe.
Ik loop en ik geniet. Ik ben nu vlakbij Jaffa en passeer een paar koffiebarretjes en restaurantjes aan het strand die inmiddels gesloten zijn. Het wordt rustiger op straat. Naast me kronkelen de eerste trappen omhoog naar het oude centrum, voor me ligt het oude haventje. Alles is prachtig verlicht. Deze gebouwen moeten wel honderden jaren oud zijn, realiseer ik me. De haven ligt vol bootjes en boten, maar het lijkt er op dit tijdstip uitgestorven. Ik neem een smal steegje met een stenen trap aan de linkerkant dat omhoog slingert. Overal splitsingen, hofjes en bogen. Struiken hebben het hier en daar gewonnen van het steen. Wat is het hier mooi! En het is allemaal voor mij, er is geen mens te zien. Ik zie om een hoekje een klein nisje met een veranda met uitzicht op de kustlijn. Ik stop en richt mijn lijf naar de zee. Mijn hoofd loopt leeg, ik denk niet meer aan mijn werk. Ik ben in het hier en nu. Het geluid van de branding, de geur van de zee en van een vers gebakken visje ergens in de verte. De donkerte van de nacht en de wind die mijn huid zachtjes streelt. Ik trek mijn espadrilles uit en zet mijn voeten neer op de koele stenen vloer. Het leven is mooi.
Plotseling gaat er een rilling door mijn hele lijf. Ik voel dat mijn nekhaartjes overeind staan. Is er hier iemand? Het voelt alsof ik bekeken wordt. Ik kijk snel om me heen. Ik zie niets. Stilte. Kom op, stel je niet aan, zeg ik tegen mezelf en ik richt me weer op het uitzicht. Ik pak de reling en ik doe een paar yoga oefeningetjes. Ik rek en strek mijn nek en mijn schouders, en ik bol en hol mijn rug in ‘catpose’. Daarna leun ik voorover en kijk of ik vanaf hier mijn hotel kan zien.
Ineens voelt ik een grote sterke hand onder mijn hals. Ik verlam van angst en het is alsof er kortsluiting plaatsvindt in mijn hoofd. Ik sta stokstijf en kan niet normaal nadenken, laat staan gillen. De hand knijpt niet maar oefent druk op mij uit naar achteren. Ik wankel en voel hoe mijn rug en mijn billen tegen het grote harde lijf van de wildvreemde man achter me aanduwen. Mijn adem stokt in mijn keel. De man draait met zijn hand langzaam mijn gezicht schuin omhoog naar achteren. Mijn ogen zijn dicht en mijn lip trilt. Ik wankel op mijn benen. Oh nee, oh nee, oh nee, oh nee, is het enige wat zich steeds herhaalt in mijn hoofd. Ik ben hier helemaal alleen met deze man.
Nu voel ik zijn andere hand bij mijn buik. Zijn aanraking is trefzeker, zonder enige aarzeling maar niet agressief. Hij grijpt de stof van mijn jurkje en masseert mijn buik. Hij kust mijn haren. Ik kan nog steeds niets doen. Eindelijk hap ik naar adem en open vol angst mijn ogen. Ik zie hem. Zijn ogen. Zijn mond.
Wordt vervolgd