Raf en ik waren goede maatjes, heel goede zou je zelfs kunnen zeggen. We kenden elkaar al drie jaar van het werk. Hij werkte in blok C, ik op de eerste verdieping in blok B. Vanuit mijn venster had ik een goed zicht op zijn kantoor. Allebei keken we vaak uit het raam. Met behulp van met alcoholstift beschreven papieren waren we aan de praat geraakt.
Een tijdje geleden kregen we een idee: wat als we een spel zouden spelen, een gewaagd spel voor tijdens de werkuren. Elke eerste werkdag van de maand zouden we elk een cijfer opschrijven en in de bloembak in de inkomhal van het centrale gebouw verstoppen. Bij de pauze van 10 uur gingen we dan voor het raam staan en wiens nummer het eerst geraden werd, won. Die persoon mocht dan een opdracht bedenken voor de verliezer die deze vanaf dan elke maand zou moeten uitvoeren.
Het was zover, het was 10 uur en het eerste spel zou beginnen. Op mijn papiertje in de bloembak had ik ‘4’ geschreven. Ik legde mijn werk aan de kant en verplaatste me naar het venster. Op een papiertje schreef ik ‘2’. Voor het raam van Raf zag ik beweging en, ja hoor, daar was hij, met een brede grijns op zijn gezicht die te kennen gaf dat hij al een opdracht wist, voor het geval hij zou winnen. Dat gold natuurlijk ook voor mij. Het voordeel was dat we beiden single waren en we dus lekker ver konden gaan.
Ik zwaaide en op hetzelfde moment draaiden we ons papiertje om. Hij had er ‘5’ op geschreven. Allebei geluk zo te zien. Op de achterzijde van mijn blad schreef ik nu ‘6’. Hij toonde een ‘3’ en begon te lachen.
Ik dacht: ‘Nee toch!’ Oh ja, hij had gewonnen. Ik liep snel naar de bloembak en zocht naar zijn papiertje en, tot mijn spijt, vond ik het cijfertje 6. Daar kwam Raf ook al aanlopen, zijn grijns nu zo breed dat hij vast kaakspierpijn zou krijgen. Ik stak mijn tong naar hem uit. Als antwoord daarop overhandigde hij me een envelop.
‘Jouw opdracht,’ verkondigde hij, ‘pas openen als je in je bureau zit he. Goh, ik vind ons spel nu al een succes, lekker spannend en geheim.’
Ik was zo benieuwd, dat ik bijna terugrende. Binnen kon ik hem eindelijk openen. Typisch op zijn Rafs geschreven met zijn nette handschrift.
Ha, Katja!
Goed gespeeld.. Maar niet goed genoeg 🙂
Hou je vast, hier komt je opdracht.
Vanaf nu moet je elke maand minstens één dag met een rokje naar het werk komen. Bijkomend detail: je slipje verwacht ik te ontvangen bij aankomst op het werk.
De groeten en geniet van de vrijheid 😉
Zoiets had ik niet verwacht, maar hiermee was natuurlijk direct de toon van het hele spel gezet. Oh, wacht maar tot volgende maand, ik zou hem eens goed terugpakken. Eerst moest ik hier echter mee zien af te rekenen.
Ik besloot om direct de volgende dag te beginnen. Nu had ik wel het geluk dat Raf niet onaantrekkelijk was, integendeel zelfs en bovendien een aangename knul, maar blijkbaar dacht hij net zoveel aan seks en daaraan gerelateerde zaken als de gemiddelde man. In mijn kast had ik een strak rokje gezocht dat zeker niet zou kunnen opwaaien en ik had één van mijn mooiste en meest sexy slipjes uitgezocht, zodat ik hem er lekker wild mee kon maken. Bij mijn aankomst liep ik, in plaats van naar blok B, eerst naar Rafs kantoor. Ik klopte maar hij was er nog niet.
‘Verdorie’, dacht ik. Ach ja, dan maar mijn onderbroek uitdoen op de gang, eens goed links en rechts kijken, oké, de kust was veilig. Nog eens diep ademhalen en hupla, naar beneden ermee. Plots hoorde ik voetstappen naderen, ik verstijfde. Terwijl ik probeerde mijn slipje over mijn schoenen te trekken, bleef het hangen achter mijn hak. Ik liet het los, veerde weer recht, en probeerde eruit te zien alsof er niets aan de hand was, want daar kwam de chef van Raf om de hoek. Zijn ogen vestigden zich op mij, terwijl ik probeerde mijn stukje kant te verbergen achter mijn hakken. Oh wat hoopte ik dat hij niet tot helemaal beneden zou kijken.
‘Ah, wie we hier hebben,’ zei hij op vriendelijke toon. Hij was een aangename kerel waar ik goed mee opschoot, beter dan met mijn eigen bazin, een reden te meer waarom ik niet wou dat hij een raar beeld van mij zou krijgen.
‘Weer op bezoek bij Raf?’ Hij lachte.
‘Ja, dat klopt, meneer Janssens,’ antwoordde ik met een flauwe glimlach.
‘Dat moet nu juist lukken, ik kwam hem net halen om iets te bespreken.’
Ik werd nog roder dan ik al was en stamelde dat hij nog niet was toegekomen. Wat een opluchting gleed er over me heen toen Raf kwam aanlopen.
Hij zag me en zijn blik gleed naar het lapje stof aan mijn voeten. Hij begreep in wat voor lastige situatie ik terecht was gekomen en kon een glimlach niet onderdrukken. ‘Meneer Janssens, wat een genoegen u hier op dit vroege uur tegen te komen, en dan nog in het gezelschap van mijn beste contact uit blok B,’ grapte hij.
‘Ja, wat een aangename morgen, maar het lijkt of juffrouw Luycx hier, een beetje overdonderd is, dus laten we snel wegwezen voor ze met haar benen omhoog komt te liggen.’
‘Ja, zeg dat wel, daar zou je wel eens van kunnen verschieten,’ zinspeelde Raf met een schuinse blik naar mij.
Bart Janssens legde een arm over zijn schouders om hem mee te loodsen en knikte nog even naar mij. ‘Goede dag verder.’
‘Hetzelfde’, was alles wat ik nog kon uitbrengen.
Ik stond te trillen op mijn benen en verroerde geen vin tot ze volledig uit het zicht waren verdwenen. Dan slaakte ik een diepe zucht en maakte mijn klusje af. Ik stopte het slipje in het vakje naast zijn deur en hoopte maar dat niemand het er uit zou halen. Heel de weg naar mijn kantoor voelde ik me sterk op mijn ongemak. Zeker toen ik werd opgehouden door Claudia, een vrolijke, vitale blondine met joekels van borsten.
Ze deed de receptie in blok C en maakte altijd graag een praatje. Nu vertelde ze me dat ik er goed uitzag vandaag en dat ze wel eens zou willen weten hoe het kwam dat er in mijn strakke rokje geen lijnen van een onderbroek vielen te bespeuren, ze zou haast denken dat ik er geen aanhad. Ze giechelde en ik zei haar dat ik het haar de volgende keer zou vertellen, maar nu toch echt dringend door moest. Ze knikte en ik liep door in mezelf denkend: ‘Ze moest eens weten.’
Pas toen ik in mijn eigen kamer zat, kwam ik een beetje tot rust. Oef, zeg, het is erger dan ik verwacht had, maar ook wel opwindend. Ik zou de rest van de dag gewoon zoveel mogelijk in mijn bureau blijven en heen-en-weer-loopwerk opschuiven naar morgen.
Wordt vervolgd…